‘Ik verveel me!’

Soms weet ik gewoon even niet wat ik wil doen, of waar ik zin in heb. Herken je dat? Ik heb het dan over de momenten dat ik ook even niks hoef, dus niet over alle mogelijke dringende zaken die ik kan verzinnen als ik eigenlijk moet studeren of werken…

Vroeger als kind had ik het ook weleens, ik kon niks verzinnen waar ik zin in had. Dan riep ik uit: ik verveel me!

We zijn met zijn allen eigenlijk zo slecht (geworden?) in gewoon niks doen. We zitten natuurlijk allemaal vastgekluisterd aan de telefoon. Ik oordeel niet, ik doe het zelf ook. Ik ga regelmatig niet eens naar de wc zonder mijn telefoon, om ‘maar iets te doen te hebben’. Wat is dat toch?

Ook in de trein, bijvoorbeeld. Behalve die enkele opa die zijn krantje leest zit iedereen op zijn telefoon, inclusief de sporadische personen die wel met elkaar converseren. Soms vind ik het wel heerlijk, hoor, gewoon lekker voor me uit staren, naar buiten of naar andere mensen. Hoewel je dan vaak zo’n ongemakkelijke situatie creëert waar je ‘in het niets’ recht in de ogen van je medepassagier zit te staren.

In het openbaar lijkt het niet meer sociaal geaccepteerd om gewoon niks te doen. Maar niks is zo heerlijk als mensen kijken! In de trein, in een winkelcentrum, op het vliegveld, strand, straat…

Ik vraag me dan af… kunnen de kinderen van nu zich nog wel vervelen? Ze hebben zoveel toegang tot tablets en smartphones, weten ze nog wel hoe moeten spelen?

Hoewel ik me soms verveelde vroeger, had ik eigenlijk altijd wel wat om te spelen. Een rijke fantasie, noemden mijn ouders het. Zo speelde ik ook met bestek, of met pennen ofzo. Als ik het maar kon laten lopen. Het leukste dat ik had verzonnen om mee te spelen biecht ik nu hier op: dat waren de Barbie-schoentjes in de Dinky Toys van papa. Ja, echt! De schoentjes leefden en pasten precies in de miniatuur-autootjes waarvan alle deurtjes open konden.

Ik speelde ook buiten! Op het schoolplein deden we net of we superhelden waren op magische paarden (in mijn geval een magische koe) die over de bospaadjes draafden. Of vlogen. We klommen in bomen of op het dak van de school (grapje, mama. Dat deed ik alleen maar die ene keer toen je het zag).

In het café waar ik werk komt weleens een familie met twee jongens. Zij zitten altijd op hun telefoon te kijken, de hele avond lang, ook tijdens het eten. Volgens mij heb ik ze nog nooit horen praten. Het zijn zulke kinderen die me doen denken: wordt er nog wel gespeeld? Wat doen die jongens als ze thuis zijn? Wil ik nog wel kinderen opvoeden in deze onpersoonlijke smartphone-wereld?

Gelukkig heb ik veel teamgenoten met kinderen die me weer in de toekomst doen geloven, jonge kinderen die gewoon weten hoe ze moeten spelen. Met een hockeybal, met de hond, op de glijbaan of schommel, met speelgoed. Alle kinderen binnen het team zijn onder de 5 jaar en hebben – voor zover ik weet – nog geen smartphone. Er is nog hoop in deze digitale toekomst!

Nu ga ik weer even verder met mijn nonogrammetje op mijn telefoon. Of nog even Netflix…?

Eén antwoord op “‘Ik verveel me!’”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *