Zonder tranen zou ik ontploffen

Oudjaarsdag, 2020. Het is stralend weer. Niet zo koud als het zou moeten zijn in december, maar over het klimaat ga ik het helemaal niet hebben nu. Dit zijn mijn gedachten, dus het gaat over mij.

Wat een dag. Wat een jáár.

Ik ben maar gaan wandelen. Over de therapeutische werking van wandelen zijn meningen verdeeld. Maar het is wel lekker, en heel mooi in de duinen.

Woorden hebben voor mij meer een therapeutische werking. Woorden zijn mijn kracht. Woorden geven mij kracht. In woorden kan ik vluchten. Mijn hersenen zijn woorden (misschien praat ik daarom zo veel?). Alles is woorden. Al schrijvend creëer ik mijn eigen therapie, order ik mijn gedachten. Iedereen die mij een beetje denkt te kennen, weet dat ik mijn gedachten deel. Maar ik heb er nog steeds zó veel. Soms weet ik niet wat ik ermee moet, dan helpt het enigszins om ze op te schrijven. Bij deze dus…

Oud & nieuw is altijd een beetje een anticlimax. Een cliché, verdorie, het is ook maar gewoon een dag. De laatste paar jaar kon het me niet zo veel schelen. Het maakte me niet uit waar ik was of wat ik deed met oud & nieuw, het viel toch niet tegen, want ik was met jou.
Daarom kijk ik zo op tegen die van dit jaar.

Ik was er al bang voor. Weken geleden maakte ik me er al druk om. Wat als het scenario zou zijn dat er een gezellig feestje was, zoals voorgaande jaren, met onze vrienden bij elkaar? Zou een van ons er dan niet bij zijn? Gezien het vaak in jouw huis was, zou ik waarschijnlijk degene zijn die er niet was. Zou het zo’n Ross & Rachel situatie worden? Moet een groep vrienden nu altijd kiezen tussen jouw aanwezigheid of de mijne? En wat als ze dan alleen maar de jouwe kiezen…? Ongegronde angsten, misschien, maar ze zijn er. Jij praat niet zo veel over je gedachten als ik. Over wat je denkt, wat je voelt. Jij bent wel gewoon je gezellige zelf. Natuurlijk verkiest men dat boven iemand die haar emoties niet de baas kan worden, die er altijd maar over wil praten, die continu getroost moet worden. Zo bitter.

Is dit echt hoe ik het zie?

Gelukkig was daar corona.

Wat?

Ja, ik zei het echt. *Gelukkig* was daar corona. Niemand hoefde te kiezen, want er was geen situatie met al onze vrienden bij elkaar. Ik hoefde niet na te gaan of jij er was, om te beslissen of ik er ook zou zijn. Nu is het oud & nieuw en zijn onze gezamenlijke vrienden bij elkaar. Toch. Met jou, dus zonder mij. Zo bitter.

Het is niet eerlijk dat ik zo denk. Niet tegenover vrienden, want het is niet hun probleem maar het onze. Nee, het mijne. Ik wil echt dat het zo is dat er niet gekozen hoeft te worden, dat er geen sprake van is, dat we gewoon allebei erbij kunnen zijn zonder dat het gek is.

Maar ik kan het niet, want ik ben niet sterk genoeg.

“Liefdesverdriet” vind ik een verschrikkelijk woord. Het dekt de lading niet, want er heerst een soort taboe. LDVD, iets wat in van die tienerblaadjes staat. Ik vind het zo ongelofelijk zwaar, maar door dat te benadrukken voel ik me zwak, kwetsbaar, overdreven. Een aansteller. Dat men denkt: pull yourself together, woman. Iedereen kent weleens liefdesverdriet, iedereen komt er overheen. Er zijn ergere dingen in het leven. #aandachtshoer

Ik ben zó moe.

Even stokken mijn gedachten, dus ik kijk om me heen. Allemachtig, wat is het hier mooi. Ik zie dat heus wel.

De stralende winterzon doet de uitgestrekte zeespiegel tot aan de horizon schitteren. De duinen beschermen het land en staan fier overeind in alle onnoembare kleuren tussen groen, bruin en, ja, zandkleur? Het helmgras zou golven in een bries maar het is windstil. Kleine golfjes zijn er, in de branding. Op het schuim glijden een paar dappere surfers (dat was ook een keer mijn leven). Overal zijn mensen, toch is het rustig, leeg. Geluiden reizen ver over het zand. Ik hoor een uitgelaten kinderkreet, een kuch, een lach, gekeuvel. Toch is het stil. Ik zie hardlopers, wandelaars, fietsers. Wielrenners (straks fiets jij opeens voorbij? Je zou me niet zien zitten). Al die mensen hebben hun eigen levens, eigen problemen, eigen gedachten. Maar allemaal hebben ze straks oud & nieuw.

Ik vang flarden op van gesprekken.
“Straks mag je je feestjurk aan en gaan we oliebollen eten”
“Nog één foto met de zee erop, nu een gekke”
“En het laminaat kwam niet op tijd dus nu hebben we geen vloer”
“Ja, dit is een bunker. Hier zaten ze om te schieten”
“Nee, ze mag hier niet van de lijn, dan pakt ze de konijnen”

Een verschrikkelijk verliefd stel loopt voorbij (oh… alleen een zucht).

Het doel van dit verhaal? Ik weet het niet. Ik ben niet zo van de voornemens. Laten we eerlijk zijn, morgen is het ook maar gewoon vrijdag. Ik wil wel graag een verse start. Een nieuw begin. Ik wil vooral heel graag dit jaar afsluiten. Maar afsluiten is nu net wat me nog niet lukt.

Ik zag het niet aankomen. Niet zoals een hert dat verstijfd van schrik met grote ogen in de naderende koplampen staart, wetende dat ze niet meer kan bewegen dus gelaten haar lot dient te aanvaarden en de klap ziet aankomen voordat ze hem voelt. Ik zag het niet. Het was meer alsof dat hertje met een noise-cancelling koptelefoon op haar hoofd vrolijk de straat over stak, een gezellig pluizig beestje dat zonder zorgen door het leven huppelde en onvoorwaardelijk mocht liefhebben, terwijl ongezien de vrachtwagen aan kwam stuiven en bam!

Mijn hart in duigen.

Het begint koud te worden dus ik probeer af te ronden. Af te sluiten.

De moraal van dit verhaal: ook met schrijven worden mijn gedachten niet altijd geordend.

Er zijn ergere dingen, altijd. Ik relativeer me een ongeluk. Ik ben geliefd, geholpen, gesteund. De wereld is mooi. Maar oh, wat had ik het nog graag met je willen delen.

Ik mis je zo.

Nu zijn de woorden weer even klaar, ik wandel nog een stukje door.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *